Oncologische patiënten met acute klachten, zoals koorts, kunnen nu rechtstreeks terecht op de oncologieafdeling van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ), ook 's avonds en in het weekend.
Deze nieuwe werkwijze voorkomt lange wachtijden op de Spoedeisende Hulp (SEH) en biedt patiënten met een kwetsbare gezondheid zorg in een vertrouwde omgeving met gespecialiseerde verpleegkundigen. Het JBZ is een van de eerste ziekenhuizen in Nederland die deze aanpak na een succesvolle pilot definitief invoert.
Guus Eltink, die momenteel behandeld wordt voor kanker, illustreert het belang van deze verandering. Toen hij in het weekend hoge koorts kreeg, kon hij dankzij een telefoontje van zijn vrouw onmiddellijk naar de oncologieafdeling. “Het was een opluchting om niet op de SEH te hoeven wachten. Ik kwam direct in een omgeving waar ik bekend was,” vertelt Eltink.
Acute klachten na kankerbehandelingen kunnen ernstige gevolgen hebben, vooral omdat behandelingen zoals immunotherapie en chemotherapie het immuunsysteem verzwakken. Verpleegkundig specialist oncologie, Saskia Verhoeven, legt uit dat patiënten voorheen alleen tijdens kantooruren terecht konden op het oncologisch centrum, en buiten deze uren naar de SEH moesten, wat vaak resulteerde in lange wachttijden en contact met andere patiënten.
De nieuwe werkwijze zorgt ervoor dat patiënten sneller en in hun vertrouwde omgeving worden geholpen. Oncologieverpleegkundige Michelle van Bijsterveld merkt op: “Wij kennen de patiënten vaak al en hoeven niet opnieuw hun verhaal aan te horen.” De nieuwe spoedzorg wordt gewaardeerd met een 8,8 door de patiënten.
Daarnaast vermindert deze aanpak de druk op de SEH, waardoor er meer bedden beschikbaar zijn voor andere acute zorgpatiënten. In de afgelopen zes maanden zijn meer dan 150 oncologische patiënten op deze manier geholpen.
Om verpleegkundigen goed voor te bereiden op acute zorg zijn er scenariotrainingen georganiseerd. Voor Michelle biedt deze verandering nieuwe uitdagingen en voldoening in haar werk.
Door het succes van deze werkwijze wordt onderzocht of deze kan worden uitgebreid naar andere patiëntengroepen, waaronder oncologische patiënten in de laatste levensfase.